Voor de papa van Aylan

Normaal gesproken schrijf ik voornamelijk grappige dingen. Daar ga ik ook vooral mee door! Meestal komen die voort uit dingen waar ik druk mee ben, in mijn hoofd vooral. Emoties en triggers spelen hierbij een grote rol, en naast de hoogtepunten in mijn leven, zijn er soms ook van die emo momentjes.

De laatste weken ben ik heel druk in mijn hoofd met ‘teveel mensen in te weinig boot’. Zoals zoveel mensen daar heel druk mee zijn. De reacties zijn wisselend. Sommigen zijn pertinent tegen. Ik zeg: bang voor hun eigen hachje. Ik kan daar ontzettend boos om worden. Ik ben een medestrijder, voor het behoud van al die honderden kapiteins op één schip. Ik kan regelmatig huilen om de dingen die deze mensen mee moeten maken. En het houdt niet op.

Mijn boosheid begon maanden geleden toen er ineens overal zomaar schepen opdoken. Zonder de scheepshelden die voor te veel geld een plaatsje verkochten: tussen de reling en 593 andere vluchtelingen. Die zelf ook opstapten, maar halverwege het ruime sop kozen en het schip gewoon lieten dobberen: de ondergang tegemoet.

Vooral mannen, maar ook vrouwen en kinderen, kochten een plaats voor de reis van hun leven, wat uiteindelijk hun enige reis bleek. ‘Tja, mensen,’ zei ze bij het scheepsheldenreisbureau, ‘we zijn wat overboekt, maar het is maar een klein stukje.’ Woedend maakt me dat. En ik sta naast de stuurlui aan wal: zij rijk, ik machteloos.

Daarna kwamen de kleinere bootjes. Oud, van hout en standaard te klein. Zo’n bootje vergaat, uiteraard, want zes plankjes zijn niet geschikt voor levende mensen.

Van de week hadden we het er tijdens de lunch op het werk kort over. In het nieuws was dat de vluchtelingen voorrang kregen op huurhuizen. Dat leek oneerlijk. Maar wat is oneerlijk? Is het oneerlijk dat wij een huis hebben, en anderen niets? Want even duidelijk: ik denk dat geen van mijn collega’s in een kliko slaapt. Ik heb een statement gemaakt: ‘Ik heb nog liever géén huis, dan dat ik vluchteling zou zijn.’ Daar sta ik achter. En dat doet iedereen toch als hij goed naar zichzelf kijkt?!

Een andere opmerking was: ‘Heb je goed gekeken naar die volle boten? Het zijn alleen maar jonge mannen.’ Ja, en? Zien die er soms gelukkig uit? Hebben zij geen liefhebbende ouders die ze achterlaten? Hebben zij geen vrouw, die zei: ‘Ik hou van je schat, moet je echt gaan?’ Hebben zij geen kleine kindjes met grote groene ogen, die na een dikke knuffel zeiden: ‘Daaag papa! Tot over een poosje!’?
Maar papa komt nooit meer terug. Hij is één van de minstens 2200 mensen die verdronken is, ergens tussen de hoop op een beter leven en de kust van Turkije.

Vandaag was daar de foto van Aylan. Aylan is dat ene mini-slachtoffertje wat in de media ineens een naam kreeg. Iedereen vindt Aylan zielig. Iedereen voelt voor Aylan. Nú ineens wel. Omdat Aylan een naam heeft. Aylan was drie. Zijn broer was vijf. Samen speelden ze een paar maanden geleden nog. Dat kon niet op straat, want buiten speelden de snoodaards van de IS al soldaatje, en daar paste Aylan en zijn broer niet tussen. Wat heeft Aylan allemaal gezien?

Papa en mama zijn wanhopig. Een toekomst voor hun jonge gezin is er niet. En hoewel het dan ergens in mijn hoofd schreeuwt: ‘Hoe simpel kun je zijn!’, besluiten zij, in een wanhoop die wij niet voor kunnen stellen, hun kinderen op hun arm te nemen en de reis aan te gaan. Besluiten zij om hun laatste adem in een rubberbootje te blazen en deze week in te stappen. Maar 20 kilometer, van Amsterdam naar Haarlem, je ziet de overkant liggen! Dat moet te halen zijn. Maar de boot kapseist. Wat moet moeder Rihan, 35 jaar jong, in paniek geweest zijn, voor ook zij verdronk. Gék word je toch, als je daar aan denkt?
image
Deze blog heb ik huilend geschreven. Iedereen weet dat er wat moet gebeuren, maar wat kun je doen? De stroom vluchtelingen zal nog even niet stoppen. Ik stel voor dat het leger een paar keer heen en weer vliegt. Dat de ooievaar in ieder dorp of stad in Nederland (en dat zijn er meer dan 5500) één gezin dropt. Waar we dan samen als gemeenschap voor zorgen. Zouden we dan alleen in Nederland al niet minimaal 1000 Aylannetjes kunnen helpen en ook nog eens 1000 broertjes?

Als Aylan hier voor de deur had gestaan in zijn rode shirtje en zijn blote spillebenen, dan had hij, samen met zijn vader, moeder en broer hier op zolder geslapen. Dan hadden ze morgen alle vier een bruine boterham met boter en dikke hagelslag gegeten. En daarna nóg één, met pindakaas, want daar krijg je spierballen van. Dan had ik Aylan aan het lachen gemaakt. Dan had zijn broer Galip felgekleurde bootjes van Lego mogen maken. Dan had…

Aylan is er niet meer. Zijn vader heeft de kust levend bereikt. Gelukkig? Ik weet het niet. Wat een verdriet. Wat een nachtmerrie is je leven dan. Aylan kan wél begraven worden door iemand die zielsveel van hem houdt. Weliswaar in een vreemd land. Maar in het bijzijn van zijn lieve papa.

Papa, een jonge man, heeft óók een naam. Abdullah, hierbij een warme omhelzing vanuit Nederland!

I have a dream, that one day…
Echt, ik had Martin Luther King moeten heten. Maar ik heet Jells en heb een iets kleiner bereik. Ik schrijf alleen maar.

…voor de papa van Aylan

♡♡♡♡Jells

Like http://www.facebook.com/myjells voor meer van Jells

6 gedachtes over “Voor de papa van Aylan

  1. Heel mooi en ik loop echt iets te verzinnen om een gezin, een moeder, een vader , een kind in huis op te nemen. Ruimte heb ik genoeg. Ik was vorige week van plan om in m’n auto te stappen en ze te gaan halen. Maar ik voel me machteloos. Kan het? Mag het? In de 2e wo was mijn moeder een vluchteling. Ze heeft ons wel 100 x verteld hoe dankbaar ze was dat een Belgische boeren familie haar heeft opgevangen voor ruim 1,5 jaar. Maar nu naar de realiteit; We kijken er naar en zeggen; wat vreselijk. Hoe kunnen we met elkaar 1 gezin redden? Of misschien 10 kinderen? Wist ik het maar….

    Like

  2. “De laatste weken ben ik heel druk in mijn hoofd met ‘teveel mensen in te weinig boot’. Zoals zoveel mensen daar heel druk mee zijn.” Klopt. Ik ook. Lees dit in ons toekomstige Deense huis. Als we hier zijn, is ons Nederlandse huis leeg. Wat kan ik doen? Wat wil ik doen? Hoe pak ik dat aan? Soms, als we hier zijn, in het lege noorden, wil ik me afsluiten voor het wereldnieuws. Maar zelfs als ik stekkers uit apparaten trek en mijn hoofd laat leegwaaien op het strand, kom ik er niet meer onderuit. Sinds een paar weken staat hier een beeld op een golfbreker: De Vluchteling. Ik kan er niet meer omheen. En Jells: ik ken je niet, maar wil je nooit meer schijven “ik schrijf alleen maar”…..

    Like

Plaats een reactie